Lunchen in de riolen
Veel arbeiders pendelden naar Brussel om er het riolennetwerk te onderhouden. Ondergronds was het niet evident.
Enkele voormalige rioolwerkers kregen een rondleiding in het Brusselse Riolenmuseum, waar ze ook hun ervaringen ondergronds deelden.
Onder meer Jan, Charles-Louis en Polydoor ‘Polleke’ Vermeir uit Serskamp schepten ’s morgens met hun team water uit de riolen om ’s middags hun handen te kunnen wassen. In de Brusselse riolen was het water ‘s morgens nog relatief proper. Ook het omkleden gebeurde in de riolen zelf. Op de haken waarop hun kleren hingen werden planken gelegd zodat ze hoog en droog, weg van het vuile water en de ratten, hun boterhammetjes konden naar binnen spelen. 'Pas op, de ratten zijn daar' riepen de Brusselaars als ze na het werk uit het riooldeksel kropen. Op de trein hadden ze altijd plaats want de stank van de riolen hing altijd in hun kleren. Langzamerhand werden de werkomstandigheden beter. Er kwamen barakken waar ze zich niet enkel konden wassen maar ook over een toilet beschikten, een kachel om hun kleren te drogen en een tafel waarrond ze samen konden eten. Ook Willy, voormalig rioolwerker, getuigt over de doordringende geur die collega's meenamen tijdens hun treinreis:
'Ik weet nog goed dat ik de eerste weken niet veel eetlust had. Dat is zeker, maar dat verbeterde wel. Je wordt die geur gewoon. Als je je dan houdt aan de opgelegde hygiënemaatregelen, dan is er weinig gevaar. Want vroeger… Ik kan u wel zeggen, een anekdote. Onze vroegere collega’s die met trein naar het werk kwamen en hun burgerkledij ergens aan een roeste nagel werd gehangen, die hadden ’s avonds wel plaats op de trein. Het zal wel geen eau de cologne geweest zijn die in de ruimte hing. Dat was gewoon zo.'
Op sommige plaatsen is het moeilijk om rechtop te staan. De bodem is glad, ongelijk en bezaaid met hindernissen. Bij onweer is het risico op verdrinking reëel.
Vandaag is de katoenen overall vervangen door een waterdicht uniform en een veiligheidsuitrusting. Desondanks blijft het een risicovolle werkomgeving voor arbeidsongevallen, ademhalingsproblemen en infectieziekten. Zo konden rioolwerkers de rattenziekte oplopen, zoals Willy omschrijft:
'We noemen dat de ‘rattenziekte’, maar wat de juiste benaming is? Het is eigenlijk een soort bacterie of wat die zich kan nestelen in de lever. Dat is natuurlijk wel gevaarlijk. Plus alle andere ongemakken, als je kijkt wat er allemaal in de rioleringen komt. In de riolering komt niet alleen regenwater. Er komt ook allerlei ander afvalwater in van iedereen in Brussel, en Brussel is een miljoenenstad is. De ene persoon heeft die ziekte, een andere persoon heeft die ziekte. De ene is druggebruiker, een andere neemt veel medicatie, maar alles komt in de riolering. Het water verdampt met alle gevolgen van dien, dus ook die bacteriën, die ziektes kunnen worden verspreid. Het is daarom dat het echt nodig was om de rioleringen om een bepaalde tijd volledig te reinigen.
Dat is nog zoiets. Vroeger gingen ze in rioleringen werken zonder handschoenen, zonder helm, geen bescherming. Veel mensen waren rokers die hun sigaret zelf rolden. Dus met de tong het papiertje nat maakten en dan konden ze al die bacteriën binnen krijgen, dus die hygiëne was er niet. Ik heb ook uit het verleden gehoord dat vroeger als de handen wat vettig waren, dat ze gewoon hun handen even afspoelden in het rioolwater zelf. Dat is echt gebeurd. Er waren daardoor weinig werkers die de leeftijd van zestig, zeventig jaar haalden. Maar gelukkig en dat mag benadrukt worden, is de hygiëne onder de grond héél, héél veel verbeterd. En omdat er van de leiding uit de nadruk werd gelegd op ‘hygiëne’. Handen wassen voordat je aan je boterhammen of wat dan ook kwam. ’s Avonds gedaan met werken, douche nemen en dan naar huis.'
Rioolwerkers uit Serskamp. Een rioolwerker werkt nooit alleen maar maakt deel uit van een team van minstens vier personen, drie onder de grond en een vierde, als toezichter, op straat. (Foto: Polydoor Vermeir, tweede van links)
Onder de middag werd er bovengronds bovendien niet enkel gegeten:
'Ik was met een reporter van Het Laatste Nieuws. We waren aan de beurs ergens en we zijn aan het wandelen in de rioleringen. We zien een condoom drijven op het water en die journalist die jaagt natuurlijk alles uit je neus. Hij vraagt ‘wat is dat?’ ‘Ja, dat ken je nu toch?’ en ‘ja ok’. Maar dan zeg ik – domweg, het was rond 10 uur in de voormiddag – ‘nu is dat nog niks, maar tussen twaalf en twee zal je er veel meer zien drijven.’ ‘Waarom?’, vraagt hij. Ik antwoord dat ik denk dat dit komt door al die oortjes die worden aangenaaid tijdens de kantooruren, tijdens de pauze. Tuurlijk de dag nadien, TV Brussel, VRT, VTM, allemaal aan mijn deur, ze moesten dat allemaal zien natuurlijk! Dat was eigenlijk heel dom van mij, maar ja dat is zo’n anekdote waar je nu nog kan mee lachen.'
Heb je interesse in de geschiedenis van Brussel en het leven ondergronds als rioolwerker? Schrijf je dan zeker in voor Broodje Brussel op 14 februari 2023 met als thema 'Schafttijd in de riolen'. Tijdens de lunchpauze vertelt een gids je meer over de werkomstandigheden van rioolwerkers van vroeger en nu. Ook deelt hij een aantal anekdotes uit de interviews met voormalige rioolwerkers die we onlangs afnamen. Waar? Riolenmuseum, Anderlechtsepoort, 1000 Brussel
ASB CI C 29849 © Archief van de Stad Brussel |
Op 10 oktober 2022 organiseerde Amsab-ISG samen met het Brusselse Riolenmuseum een crowdsourcingsdag. Een groep voormalige riolenwerkers kreeg die dag een rondleiding in het Riolenmuseum waarna ze ons hun ervaringen ondergronds vertelden.
Bronnen
Deze tekst is gebaseerd op de verhalen die Roger De Knijf verzamelde bij rioolwerkers uit Serskamp, Schellebelle en Uitbergen: Roger DE KNIJF, “Pas op, de ratten zijn daar!” Het leven onder de grond: de riolen van Brussel. In Heemkring Wichelen, 45(2021)1, pp. 30-38. (pdf downloaden)
Getuigenis van Willy Van Waeyenberghe, 10/10/2022.