'Shopping'

Om tijd te besparen kochten steeds meer arbeiders voeding in winkels. De opkomst van charcuterie vergemakkelijkte de middagpauze.

Door de verandering van het werkritme en de grotere afstand van de woning tot de fabriek wijzigden ook de eetgewoonten. Om tijd te besparen, kochten relatief goedbetaalde arbeiders, zoals de Brusselse ambachtslieden, charcuterie. Het aantal slagers in Brussel steeg tussen 1842 en 1892 met 270 procent (de bevolking met 50 procent). Daarnaast werden ook steeds meer arbeidersgezinnen afhankelijk van winkels. In de steden kweekte men thuis steeds minder kippen en konijnen (of zelfs een varken in de kelder). Ook het brood bakten ze niet meer zelf. Zowel door het gebrek aan koopkracht als aan goede bewaaromstandigheden moesten ze voortdurend winkelen, een taak voor de kinderen.

Familie voor het uitstalraam van hun winkel te Ledeberg bij Gent, begin 20e eeuw. (Amsab-ISGfo022059) 

 

Bronnen

Peter SCHOLLIERS, Le temps consacré à l'alimentation par les familles ouvrières en Europe aux XIXe et XXe siècles. In: Maurice YAMARD, Claude GRIGNON, Françoise SABBAN (red.), Le temps de manger. Alimentation, emploi du temps et rythmes sociaux, Parijs: Editions de la Maison des sciences de l'homme, 1993, pp. 111-137.